De Vuelta (Ronde van Spanje) eindigt over een paar dagen en dan weten we of onze landgenoot Remco Evenepoel opnieuw de rode trui in Madrid in ontvangst kan nemen. Het wordt spannend in wielergek Vlaanderen. Want dat zijn we wel in dit kleine landje.
Ook mijn echtgenoot en ik zijn een beetje zot van de koers. En daarmee bedoel ik ook zot genoeg om meer dan een uur langs de kant van de weg te wachten om dan een groepje renners te zien voorbij flitsen, gevolgd door een peloton na nog eens een kwartier wachten. Zoef, zoef, een spektakel van kleur en snelheid, een honderdtal fietsen die aan 50 km/uur voorbijflitsen. Een paar seconden en dan is het gedaan. "Hebt gij iemand herkend?" vraag ik dan hoopvol aan mijn partner. "Ik dacht Yves Lampaert te zien, maar ben niet zeker." Hij knikt ontkennend.
Wat me zo fascineert? Voor mij is de koers als het leven. Koers is een collectief beleven, maar koers is vooral mensenwerk en een ploegsport. Net dat maakt het zo mooi. De mensen, de verhalen, de levenslessen: wie zijn die renners en rensters? Welke persoonlijkheden hebben ze? Wie rijdt voor zijn team en wie voor eigen rekening? Hoe is de relatie onderling? Hoe gaan ze om met winnen en verliezen?
Want je moet niet alleen snel kunnen fietsen, je moet het ook mentaal allemaal goed op een rijtje hebben. Winnen op karakter, of steendood zitten maar toch nog doorgaan... of hoe, op dat moment, mentale kracht het wint van je fysieke kracht. De ene week sta je op het podium, de week erop lig je met een gebroken sleutelbeen uit de wedstrijd (en dan mag je nog van geluk spreken).
Vooral de manier waarop renners omgaan met winnen en verliezen vind ik fascinerend. Er kan maar één iemand als eerste over de streep gaan. Slechts één iemand zal winnen, wat wil zeggen dat 150 anderen verliezen.
Falen mag
Omgaan met fouten maken, falen, tegenslag: het hoort erbij. Het maakt deel uit van het leven, het maakt ook deel uit van ons werk. Daarom kozen we op de Jeugddienst als één van onze leidende principes "Falen mag". Je hebt het recht om fouten te maken, maar ook wel de plicht om eruit te leren.
Zaken zullen fout gaan, 'problemshooting' hoort erbij, en het zal niet lopen zoals je verwacht.
Er is een inspirerend reclamefilmpje dat intussen al 10 jaar oud is, waarin de grote basketspeler Michael Jordan aangeeft dat hij keer op keer heeft gefaald, maar dat dit net de bron was van zijn succes. "I failed, over and over in my life, and this is why I succeed."
Mindset is dus belangrijk. Het concept van een 'groei-mindset' komt van psychologe Carol Dweck, die het plaatste tegenover een 'vaste mindset'. Mensen met een groei-mindset delen de overtuiging dat iemands vaardigheden en intelligentie kunnen worden ontwikkeld en verbeterd en niet vaststaand zijn.
Mensen met een groei-mindset zoeken uitdagingen; ze zien mislukkingen als kansen om te leren. Ze hebben ook een positieve houding ten opzichte van leren en zoeken feedback en opbouwende kritiek om hen te helpen verbeteren.
Het belang van 'nog'
Je kan hier als leidinggevende oog voor hebben bij de aanwerving van medewerkers, maar je kan dit ook stimuleren. Je krijgt immers terug wat je beloont bij mensen. Wat leert Carol Dweck ons?
Beloon bijvoorbeeld niet zozeer wat goed of fout was, benoem mensen niet zozeer met kenmerk A of B, maar “praise the process”: beloon inspanning, doorzetting, de manier waarop iemand het aanpakte. Benadruk de kracht van het woordje 'nog': ”ik kan dit niet” wordt zo ”ik kan dit nog niet”. Dit lukt ‘nog’ niet. Iedereen heeft het potentieel om in de loop van de tijd te leren en te verbeteren. En tot slot: stimuleer een positieve houding ten opzichte van leren en zie dit als een levenslange reis, in plaats van alleen als middel om een doel te bereiken. “It’s not about perfection, it’s about progress.”
Zie 'mislukkingen' niet als iets negatiefs, maar eerder als groeikansen. Analyseer wat er mis is gegaan en hoe je het de volgende keer beter kunt doen. Of zoals Jan van Setten het verwoordt: “Falen is een manier gevonden die niet werkt.”
Met dank aan Kathleen Snoeck.